Een dag uit mijn leven als sociaal psychiatrisch verpleegkundige (SPV) in de jeugd-GGZ
- Govert van Opbergen
- 5 jun
- 3 minuten om te lezen
Bijgewerkt op: 20 jun
Geregeld horen Sam en ik van SPV’en dat ze liever niet binnen het jeugddomein werken. Precies waarom niet, blijft vaak wat vaag – iets als “pubers zijn lastig”.
En ik moet zeggen: ik herken me wel in die verhalen.
Tot acht jaar geleden had ik nog nooit met jongeren gewerkt, behalve incidenteel tijdens een dienst op de crisisdienst. Niet tijdens mijn opleiding tot en werk als verpleegkundige, en ook niet als SPV.
Nou ja, misschien een beetje toen ik op de PAAZ van het toenmalige Elisabeth Gasthuis in Haarlem werkte. En eerlijk gezegd: ik vond het vaak maar gedoe.
Dat veranderde acht jaar geleden. Ik had mijn baan opgezegd en begon na wat denkwerk als ZZP-SPV. Ik polste mijn netwerk voor opdrachten, en toen belde Kenter Jeugdhulp: of ik wilde invallen bij hun crisisdienst. Onder het motto “ik heb het nog nooit gedaan, dus ik denk dat ik het wel kan” nam ik de klus aan. Wat een half jaar zou duren, werd uiteindelijk drie jaar.
En ik vond het fantastisch.
Sam zei laatst: “Schrijf er anders eens een blog over. Misschien interessant voor andere SPV’en die twijfelen over jeugd.” Dus bij deze:
Een werkdag in de jeugd-GGZ
Mijn werkdag begint om 8:30 uur. Ik loop de instelling binnen, maak een praatje met de receptie zodat ze weten wie vandaag aanspreekbaar is voor acute zaken. Binnen brandt het licht al; een paar collega’s zijn al boven, de koffie staat klaar.
In de werkkamer log ik in, check m’n mail en om 9 uur begint het ochtendoverleg van het FACT-team, waar ik als crisisdienst-SPV nauw mee samenwerk.
We zitten voor het grote FACT-bord. Geen PowerPoint of beleidstaal, maar gewoon: wie doet wat vandaag? Wie belt die moeder terug die in paniek was? Wie gaat langs bij die jongen die gisteren niet op school kwam opdagen? Wie durft het gesprek aan met het meisje dat zich steeds verder terugtrekt?
Daarna bel ik met de 24-uurscrisisdienst om te horen of er ’s avonds of ’s nachts nog meldingen zijn geweest.
Vandaag neem ik – in overleg met mijn collega’s – vier jongeren onder mijn hoede: drie face-to-face, één telefonisch. Klinkt overzichtelijk, maar in de jeugd-GGZ weet je nooit hoe diep een gesprek kan gaan.
Ondertussen draag ik regelmatig de bureaudienst-mobiel, en weet de receptie me te vinden als er een spoedvraag komt vanuit een huisarts, de spoedpost, het ziekenhuis of de politie.
Wat doet een SPV in de jeugd-GGZ eigenlijk?
Als SPV werk ik in de frontlinie van de geestelijke gezondheidszorg voor jongeren. Hulpvragen komen binnen via huisartsen, ziekenhuizen, kamertrainingscentra, RIBW’s, de politie en als SPV crisisdienst ben ik degene die als eerste inschat wat er nodig is.
Telefonisch doe ik triage: is een crisisdienstinzet passend, of volstaat advies? En dan heb je nog de administratieve kant: is de gemeente waar de jongere woont wel aangesloten bij onze instelling? Het klinkt onbenullig, maar het is cruciaal en frustrerend. De decentralisatie van jeugdzorg zorgt hier nog altijd voor verwarring, fouten en veel gedoe.
Mijn werk kent meerdere petten: soms ben ik crisisinterventionist, soms behandelaar, soms coördinator, en vaak alles tegelijk. Ik werk ambulant en kom overal: op scholen, in opvanglocaties, bij gezinnen thuis. Overal waar een jongere zich veilig genoeg voelt om te praten.
Ouderbegeleiding hoort er standaard bij. Ook geven we veel uitleg en consultatie aan leerkrachten, begeleiders, POH’s jeugd en Veilig Thuis.
Vaak stappen we binnen in situaties vol stress, verdriet, woede of verwarring. Onze taak is om dit te dragen – en te helpen om het te keren. Soms lukt dat in één gesprek, maar soms duurt het wel maanden.
Het mooie aan werken met jongeren
Ze zijn zó puur. Als het niet goed gaat, voel je het meteen. Maar als het wél goed gaat, zie je dat ook direct. Een lichaam dat zich weer opricht. Een blik die je aankijkt. Een lach die terugkomt.
Het gaat bijna nooit alleen om het individu. De context speelt altijd mee: gezin, school, peers.
Veel mensen denken dat psychische problemen bij jongeren automatisch langdurige trajecten betekenen. En ja, dat komt voor. Maar net zo vaak zie je in korte tijd een enorme verandering. Jongeren zijn flexibel. Hun veerkracht is indrukwekkend.
En dat maakt het werk hoopvol. Waar volwassenen soms jarenlang in patronen vastzitten, zie je hier herstel.
Geen dag is hetzelfde – gelukkig maar
Aan het einde van de dag werk ik mijn rapportages bij en bespreek ik nog een casus met een collega. Je raakt betrokken of je het wilt of niet.
Maar juist dat maakt het werk waardevol. Intens? Zeker. Maar betekenisvol. Je doet ertoe – soms voor even, soms voor jaren.
Of je nu jong bent en makkelijk contact maakt met jongeren, of ouder en daardoor juist wat meer rust of gezag uitstraalt: in de jeugd-GGZ kun je als SPV écht het verschil maken.
En morgen? Dan begint het gewoon weer opnieuw.